Ruimteschip V144E, deel 1

Enkele jaren gelden had ik eens een vrije zondag, en ik krabbelde toen een stuk van een verhaal neer. Het belandde ergens op een harde schijf, en er gebeurde niets meer mee.

Toen Chat GPT bekend werd, begon ik ermee te experimenteren om te zien wat het zou opleveren.

Dat was niet veel, al was het amusant om het ding teksten over het scherm te zien gieten.

Enkele dagen gelden wou ik het eens vergelijken met een tekst die ik zelf had geschreven, en ik herinnerde met wat ik die zondag in de gauwte had in elkaar geflanst, zonder dat ik er meer mee had gedaan dan de spelfouten eruithalen.

Toen ik het herlas, dacht ik: wel verdorie, dat komt naast Chat GPT wel aardig uit te de verf.

Ruimteschip V144E
door Peter Motte

De Torkar had geen tijd om te zuchten. De controlepanelen voor hem en de professionele toonloze stemmen uit de koptelefoon van zijn ruimtehelm die cijfers en toestanden melden, drukten de onmiddellijke omgeving buiten zijn waarnemingsveld. Links en rechts de copiloten die niet meer deden dan controleren of de voorschriften goed werden opgevolgd, in het schermduister van geel oplichtende schermen met zwarte symbolen.

Lanceringen waren al sinds de 20e eeuw routine, maar als duizenden parameters niet precies op elkaar zijn afgestemd, kon er nog altijd iets verkeerd lopen. Doden zouden er niet vallen, maar het project kon maanden vertraging oplopen, en de situatie aan de binnenrand van de Kuipergordel liet dat niet toe.

De Torkar had geen aandrang om te zuchten. Het draaiboek perfect aflopen vroeg geen zware fysieke inspanning, hoogstens dat alle andere gedachten uit het hoofd werden gehouden. Daarom kwamen statusupdates ritmisch binnen en hadden ze de procedures tientallen keren geoefend. Er was geen plaats voor verwachting of onrust, ook niet voor improvisatie of afwisseling. Routine was de beste garantie dat alles foutloos verliep.

Ir. brandstofdynamica Harry J. Decream, de linker copiloot, drukte op een enter-touchfield om zijn definitieve fiat te geven. Twee seconden later lichtte een groen vlakje op bij ir. nano-elektromechanica Eystein Orre, de rechter copiloot, waarop hij een enter-touchfield activeerde.

Op het controlescherm van de Torkar lichtte bovenop een piramide groene go-velden een tweede groen veld op naast een ander dat kort tevoren was ingeschakeld. Hij aarzelde niet, schakelde zijn bewegingen in het ritme van de toonloze stem in, en drukte op een amber vlak bovenop de top van de groene piramide.

Het vlak werd groen.

Deze keer slikte de Torkar.

De toonloze stem schakelde van statusupdates over naar aftellen.

De cryogene brandstoftanks stonden onder maximale druk. De accu’s hadden hun volle capaciteit bereikt. De kleppen werden geactiveerd. De toegangen vacuümdicht afgesloten. De computerklokken gereset en de aftelcyclus werd gestart.
Dat gebeurde allemaal binnen een halve seconde, met tussen elke nieuwe status net voldoende tijd om controlecycli sensorgegevens te laten vergelijken met waarden in de vluchtdatabanken en bij elke afwijking de procedures stil te leggen.

De Torkar verloor het scherm uit het oog, keek beurtelings naar Harry en Eystein. Ze konden niets meer doen. Ze waren volledig overgeleverd aan de beslissingen van de vluchtcomputers. De Torkar besefte dat zijn rechterwijsvinger trilde, zoals hij altijd deed nadat hij het onherroepelijke laatste touchfield had geactiveerd.
Hij kon het ritme van de aftelling niet meer gebruiken om zich te concentreren op de volgende handelingen die hij moest doen. Er waren geen volgende handelingen meer. Er konden maar twee dingen gebeuren: of de lancering slaagde, of ze mislukte en hun leven was afhankelijk van de correcte procedures van de reddings-AI, die elektrische circuits zou verbreken of sluiten, explosiebouten zou laten ontploffen, en alle inzittenden in stukken van het ruimteschip in lange bogen terug naar de aarde zou sturen.

De Torkar dacht altijd dat hij vlak voor het ontsteken van de motoren een klik hoorde. Hij wist nooit of het inbeelding was. De motoren lagen ver onder hem, met daartussenin brandstoftanks, ondersteunende apparatuur, andere motoren, nog meer brandstoftanks, nog meer apparatuur, voorraden en allerlei uitrusting die hij alleen maar kende van blokdiagrammen en die hij nooit had gezien. Het kon niet dat hij een klik hoorde. Maar hij zou altijd gezworen hebben dat hij de klik hoorde waarmee de eerste klep de explosieve brandstoffen uit de tank losliet en onder druk van de turbopompen de leidingen inspoot, op weg naar de ontstekingscircuits van de pre-verbrandingskamers, waar de vloeistof in contact kwam met de oxydator en met explosief geweld tot een enorm volume uitbarstte, de leidingen en lassen net niet deed kraken, de buizen leek te verwringen en door de tegendruk van turbopompen die in overdrive schoten door de uitlaatkokers werd gejaagd, weg de ruimte in, als een waanzinnige kracht die dol wegraasde in scherpe vlammen die alle atmosferische moleculen waarop ze botsten uit hun verband rukte.

De waterkannonnen die de geluidsgolven moesten dempen konden niet verhinderen dat de omhoogschietende temperaturen de betonnen startsokkel deden splijten, terwijl de stortvloed explodeerde in enorme wolken, die de lange raket binnen enkele seconden oversteeg, tot die zich steeds sneller van de aarde loswrong en recht omhoog vloog.
Bovenin de stuurcabine kon geen enkele piloot door de trillingen en het gedaver nog een symbool op de schermen onderscheiden. Ze zagen alleen nog maar zwarte en gele vegen voor hun ogen. Iedereen had zijn eigen tactiek ontwikkeld om de razernij van de lancering door te komen. Sommigen sloten de ogen en lieten gewoon alles over zich heen komen, zoals de Torkar. Anderen lieten zich gewoon meetrillen en probeerden te genieten van de verborgen ritmes in het gebulder, zoals Harry. En Eystein wist dat hij weer eens in zijn broek zou pissen, maar gaf niet om fysionomische reacties waar hij niets tegen kon beginnen, zolang hij maar kon genieten van nog een lancering. Onbezorgd in je broek durven pissen is ook een soort bevrijding.

°°°°

Twee maanden eerder was een laserbericht uit de binnenste rand van de Kuipergordel binnengelopen. Het was door de grote communicatiespiegels in een Lagrange-punt rond Saturnus opgevangen en via een ingewikkeld maar door de ligging van de planeten razendsnel traject naar Mars geschoten, naar de planetoïdengordel, en dan naar het Interplanetaire Communicatiestation op de Maan. Daar was het ontcijferd en clandestien via het dark web naar een basis van de Torkar geschoten, die binnen twee seconden na de aankomst ervan werd gewekt.

Typische bedscène over hoofdpersoon die wordt gestoord. Hij al wakker en overeind kruipend. Zij kreunend “Wa’s er?” Hij iets geruststellends mompelend en naar de badkamer. Deur open. Deur dicht. Licht aan. Op oorlelletje drukken om smart te activeren. “Vanwaar?” zei hij, nog niet goed articulerend.

Professioneel vlak antwoord. “Niet helemaal bekend. Het sein was gestoord.”

“Gestoord?” Geforceerd klaarwakker. Een hartslag die wat lui te laat kwam. Vervelende lichtprikken in de ogen. “Met welke code?”

“Quantum-encryptie specificatie MIV.”

“Hoe kan er dan een stuk ontbreken?”

“We denken dat het bij de bron gebeurde.”

Water over het hoofd.

“En waar was dat ongeveer?”

Terwijl hij nieuw ondergoed aantrok.

“Rekening houdende met de kracht van de straal moet het van de binnenrand van de Kuipergordel komen.”

Worstelend met kleding.

“En als we er rekening mee houden dat het bij Saturnus aankwam, kunnen we ongeveer een schatting van de regio maken, maar die is nog altijd zo’n 20° van de binnenrand, in een kegel waarvan de punt toch minstens een miljoen kilometer verder van de Zon ligt. Omdat we niet helemaal kunnen uitsluiten dat de straal op een of ander ruimteobject werd teruggekaatst, moeten we voorzichtig zijn met precieze afstandsbepalingen. Het gebied is dus nog altijd enorm, en het is daar nog niet helemaal in kaart gebracht.”

“En van wie zou het komen?”

“Ruimteschip V144E.”

De badkamerdeur ging open. Er stond een verwarde hoop haar in de deuropening met daaronder een zijden kamerjas tot op de grond. “Moe’je weg?” Gaap.

“Ja,” zei hij, terwijl hij de noodzaak de laatste resten slaap liet doorbreken.

“Waarom?” zei de hoop haar. Een slanke hand wreef de lokken weg en toonde een frons.

“Weet ik nog niet,” zei hij. Gaf haar een kusje terwijl hij langs haar heen schoof. “Ik laat wel wat weten.” Hij stapte de slaapkamer door en riep nog: “Als ik mag.” Sloot de deur en was weg.

°°°°°°

“Mooi, gewichtloosheid over 15 seconden. Oeps verkeerd!” zei Harry. ” ’t Is er al!”

“Jaja,” antwoordde Eystein. “Dat is een van die vele aankondigingen waar ik toch niet op let. Motoren uit is zwaartekracht weg.”

“Geen gedreuzel, jongens,” zei de Torkar, “we moeten sneller dan anders doorschieten om de extra-planetaire booster op te pikken.”

“Nog dertig seconden voor GTO-injectie,” zei Harry.

“Iedereen in de passagierscabine is netjes blijven zitten,” meldde Eystein.

“Zeker?” plaagde Harry. “Je bent tenslotte nano-elektromechanicus, geen stuwadoor van levende vracht.”

“Harry, ik ben ingenieur,” zei Eystein.

“Komaan, dertig seconden zijn zo om,” zei de Torkar. Hij drukte op een amber verwittings-touchfield dat rood oplichtte. In de passagierscabine flikkerden waarschuwingspanelen die aftelden naar de GTO-start.

“Mooi,” zei Harry. “NU!”

Ze voelden alle drie een mokerslag over hun hele achterkant: hoofd, rug, benen … alsof de hele schietstoel hun naar voren duwde. Plotseling was er weer een onder- en bovenkant, met het onverwachte gevoel dat iets hun met alle geweld tegen de commandopanelen, voorruit en cockpitwand wou smakken, en daar alleen maar niet in slaagde omdat die zich leken in te spannen om hun voor te blijven.

Toen viel de druk plots weer helemaal weg, en kregen ze weer het rare gevoel dat hun kleren niet wisten dat ze om hun heen zaten.

“Oké,” zie de Torkar, “er is in elk geval genoeg tijd om nieuw ondergoed aan te trekken voor de motor ons in de geostationaire baan zet.”

“Gehoord, IJs?” zei Harry. “Ik ruik je tot hier.”

“Door je ruimtepak en de helm?” vroeg Eystein. “Daarom mocht je bij het korps. Je hebt superkrachten.”

“Dat is een bekentenis, IJs,” plaagde Harry.

“Inderdaad, ik beken,” zei Eystein. “Ik ontbeer de superkracht om in ruimtepak ondergoed te verversen.”

“Een ramp voor de mensheid in je onmiddellijke omgeving,” zei Harry.

“Controles!” zei de Torkar.

“Niks aan de hand,” antwoordde Harry. “Dit is erg routine.”

“Niets is routine in ruimtevaart,” zei Eystein, “en zeker dit keer niet. Direct doorschieten naar GTO en daarna in GEO, dat gebeurt niet vaak.”

“O jawel, hoor,” zei Harry. “De militairen doen het bijna altijd. Drukke baasjes, die militairen.”

(2 november 2011) (1574 woorden)
(c) Peter Motte, 2023

NDA: non-disclosure agreement

Als vertaler en vertaalbureau krijgen we vaak gevoelige informatie.

In al onze e-mail-handtekeningen is dan ook standaard vermeld dat we alle informatie vertrouwelijk behandelen, zelfs zonder dat het expliciet met de klant of de prospect is afgesproken.

Veel bedrijven verwachten van hun medewerkers dat ze een NDA ondertekenen: een non-disclosure agreement of geheimhoudingsovereenkomst. Voor ons is dat vanzelfsprekend.

Maar opgepast: NDA’s zijn vaak erg lang, en de aard van het beestje vereist soms bepalingen die een loutere NDA lijken te overschrijden, zoals concurrentiebepalingen.

Die bepalingen kunnen verschillende vormen aannemen, zoals:

  • geen werknemers van de klant proberen aan te werven
  • geen klanten van de klant proberen te winnen
  • geen informatie van de klant aan anderen bezorgen

Het laatste punt is vanzelfsprekend opgenomen in een NDA, maar de eerste twee kunnen er wel uit volgen.

Elk bedrijf pakt dat een beetje op zijn eigen manier aan, maar sommigen drijven het erg ver.

Een van onze potentiële klanten wou ons een NDA laten ondertekenen, die na beëindiging van het contract nog twintig jaar zou gelden.

Het betekende onder andere dat we geen diensten hadden mogen leveren aan eindklanten tot 20 jaar na het aflopen van het contract.

Zo’n clausule heeft verregaande consequenties. Er is bijvoorbeeld het risico dat kleine opdrachten voor talrijke klanten er na een jaar voor zorgen dat je bijna voor niemand meer kunt werken zonder tussenkomst van de NDA-partner.

Zo’n termijn is dan ook niet aanvaadbaar. De normale duur is één jaar.

Corona-overlijden in de familie

Beste lezers,

Veel heeft dit met de onderwerpen van deze blog niet te maken, maar ik wil het toch vermelden: vanmorgen kreeg ik het bericht dat er in mijn familie een overlijden door corona is.

Ik had de man al een hele tijd niet meer gezien, en vroeg me enkele maanden geleden af hoe het met hem was.

Het blijkt nu dat hij in een woonzorgcentrum zat. En dat verklaart waarom ik hem al een hele tijd niet meer had ontmoet.

Daar heeft hij dus corona opgelopen, en hij is er vannacht aan gestorven.

Waarom dit bericht?

Omdat er nog altijd mensen zijn die beweren dat corona een hoax is, dat het niet zo erg is als wordt beweerd, dat het maar een griepje is, zelfs dat het een wereldwijde samenzwering is om ons vanalles te laten doen. Allemaal leuke ideeën voor een scenario, maar zo is het dus niet.

Als je in je eigen kring geen mensen kent die aan corona zijn gestorven, wordt het gemakkelijk een reeks onheilsberichten die zich alleen maar in het nieuws en de media afspelen, het wordt een ver-van-mijn-bed-show die niet echt aansluit bij de realiteit. Een beetje zoals de verkiezingen in de V.S.: je bent er wel mee bezig, maar uiteindelijk heb je er weinig mee te maken.

En dan wordt het moeilijk de maatregelen op te volgen. Het voelt te gemakkelijk aan als een wit voetje willen halen bij de schoolmeester.

Maar dat is het dus niet.

Corona is er wel degelijk, en slaat wel degelijk toe.

Met vriendelijke groeten,

Peter Motte

Abdijstraat 33

B-9500 Geraardsbergen

+32-(0)54-41.46.47

http://users.skynet.be/peter.motte/

http://vertaalbureamotte.wordpress.com

CAT en MT

cat, mt, spelling check, spelling checker, spellingcontroleDe discussie over automatisch vertalen is vaak verwrongen.
Het wordt dikwijls naar voren gebracht alsof automatisch vertalen een radicale breuk met het verleden betekent, waardoor vertalers plotseling overbodig zouden worden.
De discussie wordt tegenwoordig gevoed door MT, of “machine translation”.
Maar om te beginnen ontwikkelt automatisch vertalen zich in werkelijkheid al decennialang.
Puur automatisch vertalen, genaamd machinevertalen, waarbij de tekst in de machine wordt gestoken en er kraakhelder en correct vertaald weer uitkomt, was al minstens twintig jaar geleden een onderzoeksterrein van universiteiten en hogescholen.
Maar het leverde niets op.
Tegelijk werd gewerkt aan CAT: “computer assisted translation”.
De keuze voor CAT lag voor de hand: veel vertaalbureaus werken voor telkens dezelfde klanten, en vertalen telkens dezelfde typen teksten.
Die teksten veranderen weinig.
Een voorbeeld: toen de bluray-schijven verschenen, kwamen er ook toestellen voor op de markt. De eerste toestellen waren BD-lezers. Daarvoor moesten handleidingen worden geschreven. Pas later kwamen de BD-recorders. Die toestellen waren in de grond niets anders dan de oorspronkelijke lezers met extra functies. De handleidingen waren dus ook de oorspronkelijke handleidingen, aangevuld met de opnamefuncties.
Dat betekende dat de vertaler alleen maar de oorspronkelijke tekst moest aanvullen met de nieuwe vertaling. Waardoor een goede organisatie van al uitgevoerde vertalingen een grote hulp is.
En aangezien een computer in de eerste plaats vooral wordt gebruikt om grote hoeveelheden informatie te klasseren en te bewaren, ligt het voor de hand dat computers konden worden ingezet voor het bewaren en klasseren van al gemaakte vertalingen.
Het was dus een kwestie van twee teksten samen te brengen: de brontekst en de vertaling ervan. Dat leverde een bestand op van twee kolommen: in de ene kolom een bronzin, en in de tweede kolom de vertaling. Dat is zowat de meest eenvoudige databasestructuur die je kunt bedenken.
De flexibiliteit is niet erg groot, maar bij veel terugkerende klanten kan het wel degelijk tijd besparen.
Geleidelijk werden de CAT-programma’s ingewikkelder door ze meer mogelijkheden te bieden.
Een tweede stap is dat het CAT-programma je niet alleen een vertaling heeft als de bronzin precies gelijk is aan een zin die al in het bestand met vertalingen staat, maar ook als de zin licht afwijkt. De eerdere zin krijg je dan als voorbeeldzin, die je moet aanpassen. Iedere eerstejaarsstudent informatica kan zoiets al in elkaar boksen.
De volgende truc was het samenvoegen van bestaande vertalingen. Bijvoorbeeld doordat een nieuwe zin gedeelten gemeenschappelijk heeft met twee andere zinnen. Of bijvoorbeeld door een extra bestand toe te voegen met vertalingen van termen.
Het sneller de computers werden, hoe meer functies CAT-programma’s konden krijgen, en hoe beter de resultaten werden.
Toen CAT al gesofisticeerd was geworden, stond MT nog nergens, en op het moment dat de zuivere MT echt interessant werd, slaagde het er enkel in om het even goed te doen als CAT.
Qua toegepaste technieken evolueren de twee systemen in dezelfde richting.
Het is een trage evolutie, omdat ze gebonden wordt door de rekenkracht van computers.
In feite is het hele MT-idee mislukt doordat men hoopte MT-programma’s te schrijven die over taal denken zoals een mens. Maar de programmaregels die daarvoor nodig waren, bleken veel ingewikkelder dan verwacht. Bovendien zijn die programmaregels afgeleid van de regels die zich in het hoofd van menselijke taalgebruikers bevinden, en had men over het hoofd gezien dat niet precies bekend is hoe die regels in ons hoofd zitten.
De huidige buzz over MT is dan ook vooral een hype, in het leven geroepen door mensen die iets proberen te verkopen.
MT levert geen betere resultaten dan CAT. Lange tijd waren de resultaten zelfs veel slechter. Het is een typische IT-hype: ze verkopen producten door ze aan te prijzen met behulp van de vage, theoretische ideeën die erachter zitten, maar verzwijgen wat de beperkingen zijn van wat je uiteindelijk koopt.
Het is zoals spellingcontrole: geen enkele computer doet eigenlijk echt aan spellingcontrole. Wat spellingcontrole in werkelijkheid doet, is niets anders dan controleren of de woorden die je typt ook in zijn woordenboek zitten, aangevuld met enkele regeltjes over tekencombinaties die niet voorkomen in de taal waarin je typt, zoals bijv. “aaa” in het Nederlands. Maar de spellingcontrole past niet de spellingregels toe, want die begrijpt hij niet. Vandaar dat wie de spellingregels niet kent en volledig vertrouwd op spellingcontrole, massa’s spellingfouten riskeert.
MT en CAT zijn in hetzelfde bedje ziek.

Kana-site is verhuisd

logo.pngDe url van de site van de Nederlandse manga-uitgeverij Kana is verhuisd naar
http://www.mangakana.com/nl/

Eigenlijk is dat el een hele tijd het geval, maar sommige fans merken het nu pas.
Kana NL was vroeger van het Franse bedrijf Kana, en op de site van Kana FR stonden ook de gegevens van Kana NL.
Toen werd Kana NL overgenomen door Ballon Media.
De pagina’s van Kana NL moesten dus vroeg of laat wel verdwijnen van de site van de Franse Kana.
De Franse Kana heeft echter nog zowat drie jaar doorverwezen naar de Nederlandse Kana, om de tijd te geven om ons aan te passen.
Alleen heeft blijkbaar niemand de links aangepast, en alle oude verwijzingen via de Franse Kana werken sinds een week of zo niet meer.
Nu moet het dus rechtstreeks via http://www.mangakana.com/nl/, maar alles is er dus nog.

Kana NL

Taalmodel: schuld

FOUT Het was de fout van zijn impresario dat hij het niet had gemaakt als entertainer.
GOED Het was de schuld van zijn impresario dat hij het niet had gemaakt als entertainer.

VERKLARING
Iets is iemands schuld. Vaak zie je fout staan, onder invloed van het Engels en het Frans, maar dat is fout (en niemands schuld).

Recensie “Het oude Egypte in woord en beeld”, door Toby Wilkinson

Recensie: Het oude Egypte in woord en beeld, door Toby Wilkinson

recensent: Peter Motte

onder auspiciën van De voormalige Tijdlijn en Vertaalbureau Motte

Voor mijn gevoel valt de wereldgeschiedenis uiteen in twee delen: alles van Egypte, en alles daarna. Het Oud-Egyptische rijk begint in de mist der tijden rond 3000 voor Christus, met nog zelfs daarvoor farao’s met misschien farao Ka en misschien farao Schorpioen. De zekerheden beginnen pas vanaf ongeveer 2950 voor onze jaartelling, met farao Narmer, de 1e heerser van de 1e dynastie. Andere bronnen kunnen andere data vermelden, wat deze bron, Het oude Egypte in woord en beeld, door Toby Wilkinson, ook erkent.

De laatste dynastie eindigde met de mysterieuze dood van Cleopatra VII en Antonius in 30 voor Christus, waarna het gebied definitief bij het Romeinse rijk werd ingelijfd*. Maar terwijl het Oude Egypte zowat 3000 jaar onafhankelijk was geweest, en in die periode enorme culturele monumenten verwezenlijkte die ook nu nog tot de verbeelding spreken en zelfs zo veel mummies produceerde dat ze eeuwen later werden gebruikt als brandstof voor stoomtreinen, hield de jonge parvenu het nog geen duizend jaar uit. En de rijken die volgden deden het niet veel beter.

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de geschiedenis van het Imperium van de Nijl een onoverzichtelijke schat aan gegevens opleverde: farao’s, bouwwerken, geschriften, gebruiksvoorwerpen, historische gebeurtenissen… Ondanks het lange bestaan was het rijk verbluffend stabiel. Religieuze veranderingen kwamen voor, maar in geringe mate. Het isolement van Egypte beschutte het eeuwenlang tegen invallers en invloeden. Zelfs tot in de tijd van Cleopatra VII kon het slechts langs smalle corridors worden aangevallen.

Het was trouwens niet door haar schoonheid dat Cleopatra indruk maakte op de Romeinse toppolitici, maar door haar intelligentie: ze sprak ongeveer 6 talen, waardoor ze met heel veel heersers zonder tussenkomst van tolken kon onderhandelen. Dat was in die tijd erg uitzonderlijk. Ze oogde wat plomp, maar haar geest was kwiek genoeg om te weten hoe ze indruk moest maken op de Romeinen.**

Wie al eens een programma over het Eeuwenoude Zandrijk volgt, er een van de talrijke boeken van Christian Jacq over leest, of een van de vele stripverhalen, kan best een woordenboek over de periode gebruiken, en dat is wat dit “Het oude Egypte in woord en beeld” is. Het is een alfabetische behandeling van de belangrijkste begrippen uit de egyptologie, voorzien van dwarsdoorsnedetekeningen van de belangrijkste gebouwen en kaarten van de archeologische sites. De lemma zijn geïllustreerd met z/w- en kleurenfoto’s van beelden, gebouwen, en reproducties van schilderijen en tekeningen.

De hiërogliefen worden nogal kort behandeld. Daarvoor geef ik de voorkeur aan “Writing Systems” van Florian Coulmas***. Niettemin is dit “Het oude Egypte in woord en beeld” een handige verzameling basisbegrippen geworden. We betreuren wel dat zelfs de literatuurlijst geen aandacht besteedt aan de Franse werken. Frankrijk heeft sinds Napoleon een enorme traditie op het gebied van egyptologie opgebouwd. Was het niet een Fransman, Champollion, die uiteindelijk de hiëroglyfen ontcijferde?

* en **: zie “Cleopatra. Politiek en propaganda in de Oudheid”, door prof. dr. H. Volkmann, 1969, Antwerpen/Brussel/Gent/Leuven, Uitgeversmaatschappij W. De Haan N.V. – N. V. Standaard Boekhandel

***: “The Blackwell Encyclopedia of Writing Systems”, door Florian Coulmas, 1999, 1996, Oxford, Blackwell Publishers Ltd., 108 Cowley Road, Oxford OX4 1JF, VK

Het oude Egypte in woord en beeld, door Toby Wilkinson, 2006, Tirion, geïllustreerd in kleur met kaarten, lijst met literatuursuggesties, gebonden met fotocollega op platten, collage herhaald op de omslag met flappen, oorspronkelijk: “The Thames & Hudson Dictionary of Ancient Egypte”. 26,3 x 19 x 2,5 cm, 271 p’s, ISBN 90-4390-909-9.

Prijs: 39,95 euro

Taalmodel: te veel / teveel

FOUT Ik rook misschien wel teveel sigaretten tijdens het koffie-uur, maar anders word ik slechtgehumeurd.

GOED Ik rook misschien wel te veel sigaretten tijdens het koffie-uur, maar anders word ik slechtgehumeurd.

VERKLARING
‘Te veel’ schrijf je hier in twee woorden. ‘Teveel’ in één woord is het zelfstandig naamwoord dat ‘overmaat’ betekent, zoals in ‘Er is een teveel aan soaps op de tv.’ Maar: ‘Er zijn te veel soaps op de tv.’
Referentie: “Handboek Spelling” door J. De Schrijver en A. Neijt, Wolters Plantyn, 2005