Taalmodel: zodra, meteen

FOUT Van zodra hij in Frankrijk is komen wonen, is hij Fransman geworden.
GOED Meteen nadat hij in Frankrijk was komen wonen, is hij Fransman geworden.

VERKLARING
“Van zodra” is dialect. De standaardvariant is “zodra”. Met “zodra” kan de zin beter anders geformuleerd worden: “Zodra hij in Frankrijk woonde, …”

Taalmodel: heel getal + breukgetal

FOUT Kurt verdiende als arbeider gemiddeld tien euro en half bruto per uur.
GOED Kurt verdiende als arbeider gemiddeld tien en een halve euro bruto per uur.

VERKLARING
“Een combinatie van een heel getal met een breukgetal wordt in zijn geheel vóór het substantief geplaatst waar het bij hoort”, schrijft de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS).

‘Kiezen’, voorzetsels en voegwoorden

Het is vaak moeilijk kiezen, maar het juiste voorzetsels kiezen bij het werkwoord ‘kiezen’ is al even moeilijk. En dan moet je ook nog oppassen met het gebruikte voegwoord.

‘Kiezen’ kan met de voorzetsels ‘tussen’, ‘voor’ en ‘uit’ worden gecombineer, of helemaal geen voorzetsel meekrijgen. En zowel het voegwoord ‘of’ als ‘en’ kunnen worden gebruikt. Maar niet in alle omstandigheden.

– Kiezen tussen
Na ‘kiezen tussen’ volgt altijd een meervoud, bijvoorbeeld een opsomming.
Bijv.: Je kunt kiezen tussen een dieselmotor en een benzinemotor.
In dat geval moet altijd het voegwoord ‘en’ worden gebruikt, eventueel tussen de laatste delen van de opsomming:
Bijv. Je kunt kiezen tussen een dieselmotor, een benzinemotor en een hybride.
Het is echter ook mogelijk dat er geen opsomming wordt gebruikt, maar in dat geval is dat waartussen je moet kiezen wel meervoudig.
Bijv. Je kunt kiezen tussen verschillende motoren.

– Kiezen uit
Met ‘kiezen uit’ volgt meestal een meervoudig begrip.
Bijv.: Je kunt kiezen uit verschillende motorversies.

– Kiezen voor
Na ‘kiezen voor’ volgt het voegwoord of.
Bijv. Je moet kiezen voor een cabrio of een coupé, want een sedan hebben ze niet.

– Kiezen
Het is ook mogelijk om ‘kiezen’ zonder voorzetsel te gebruiken. Ook dan wordt het gecombineerd met het voegwoord ‘of’.
Bijv.: Je kiest een cabrio of een coupé.

Verkleinwoordjes op -ing

Verkleinwoodjes… Nederlands is uniek door zijn verkleinwoordjes. Er zijn weinig talen waarin zo veel kan worden gedaan met verkleinwoordjes, ook genaamd: diminutieven. In het Nederlands kun je immers van elk woord een verkleinwoord maken.
Maar er is een keerzijde: doordat we van elk woord een verkleinwoord kunnen maken, zijn de regels relatief ingewikkeld.
Een van de moeilijkheden is het vormen van diminutieven die eindigen op de uitgang “-ing”.

    Voorbeelden

  • Ding -> dingetje
  • Koning -> koninkje
  • Sering -> seringetje
  • Leerling -> leerlingetje
    We hebben dus twee vormvarianten

  • -ing -> inkje
  • -ing -> ingetje

Maar wanneer gebruiken we de ene vorm, en wanneer de andere?
De keuze is afhankelijk van de lengte van het woord en van de plaats van klemtoon.

    Regels

  • eenlettergrepige woorden: altijd -ingetje, dingetje
  • meerlettergrepige woorden
    • klemtoon op -ing: -ingetje, seringetje
    • lettergreep voor -ing onbeklemtoond: -ingetje, regelingetje
    • lettergreep voor -ing beklemtoond: -inkje, koninkje
      UITZONDERING: woorden die eindigen op -ling: toch -ingetje, zoals bijv. kleurlingetje en leerlingetje