Boycot
De Engelse rentmeester Charles Cunningham Boycott (1832-1897) maakte het in Ierland bij zijn pachters zo bont, dat ze hem in 1879 volledig isoleerden. Ze wilden niets meer met hem te maken hebben.
Toen in latere gevallen men iets economisch wou isoleren, noemde men dat een “boycott”. In de internationale politiek wordt het vaak gebruikt als economisch drukkingsmiddel op een staat.
Het woord is dus afgeleid van de familienaam Boycott. In het Nederlands is de spelling tegenwoordig “boycot” met één “t”.
Uit “boycott” ontstond het werkwoord “boycotten”.
Sabotage
De woorden sabotage en saboteren zijn afkomstig uit het Frans. De etymologie is onduidelijk, omdat het Franse “sabot” (een type schoeisel genaamd “klomp”) niet van hetzelfde woord zou zijn afgeleid als het Franse “saboter” (saboteren), dat al in de 13e eeuw zou hebben bestaan, en dat “kloppen”, “slaan” betekende.
Vaak denken mensen dat “sabotage/saboteren” werden afgeleid van “sabot”, omdat arbeiders hun “sabots” in machines zouden hebben gegooid om die te blokkeren en te vernietigen. Maar dat klopt niet helemaal.
Het Franse werkwoord “saboter” kreeg al in de 16e eeuw de betekenis “met de voeten slaan”, dus “schoppen”. Dat was een betekenisverenging van het eerdere “kloppen”, “slaan”.
De huidige als meest waarschijnlijk geachte hypothese is dat men iemand saboteerde door met de voeten op de grond te stampen. Houten klompen op plavuizel maken een oorverdovend lawaai, zodat je niet meer hoort wat wordt gezegd. Heel handig dus als de spreker dingen zegt die je niet bevallen, bijv. als hij opdrachten geeft die je niet wilt horen.
In de 19e en 20e eeuw werd de klomp als symbool gebruikt door de anarchisten, maar zij gooiden hem niet in machines.
Het is wel zo dat in het begin van de 19e eeuw in Lyon (Frankrijk) met klompen weefmachines (“jacquards”) zouden zijn verwoest.
Ook die geschiedenis is niet zo eenvoudig. Lyon en omgeving werden in de 18e eeuw een belangrijk centrum voor weefgetouwen. De nieuwe jacquards waren zo hoog, tot 4 meter, dat ze niet meer in gewone huizen pasten. Er moesten op de duur speciale ruimten voor worden gebouwd, en daarvoor was veel kapitaal nodig.
Daardoor vielen de wevers uiteen in twee groepen. Wie een eigen weefgetouw had, was een “maîtres tisseurs” (meesterwever) of een “chef d’atelier”. Wie dat niet had, was een “canut” (zijdewever). Die termen zijn dus Lyonees taalgebruik.
De canuts werkten in zeer slechte omstandigheden, soms 18 uur per dag, en traden vaak in opstand. Hun opstand in november 1831 wordt beschouwd als de eerste arbeidersopstand. Zij zouden hun “sabot” hebben gebruikt om machines te vernietigen, en toen zou het woord “sabotage” zijn huidige betekenis hebben gekregen.
Overigens mag je die arbeidersopstanden in Lyon echt niet onderschatten: de Franse koning heeft meerdere keren kanonnen en duizenden, zelfs tienduizenden soldaten ingezet om de opstand neer te slaan.
Het woord “sabotage” is dus zeker niet afkomstig van de grote Luikse stakingen, want die vonden pas in 1886 plaats. Het woord “sabotage” was toen al bekend.
Er is echter ook een parallelle ontwikkeling van het woord “saboter”. De technische term “saboter” wordt in de spoorwegtechniek gebruikt en betekent het doorboren van de dwarsbalken om er een spoorstaafvoet doorheen te steken. Die term werd al in 1872 geattesteerd. Zo’n spoorstaafvoet heet in het Frans “sabot”. De omgekeerde beweging, waarbij de kraagschroeven worden verwijderd, werd gebruikt om de spoorwegen te saboteren en treinen te doen ontsporen.
Ronde van Vlaanderen
Naar aanleiding van de Ronde van Vlaanderen in 2012 werd door sommigen opgeroepen om de Ronde te boycotten, wat een zuiver legitieme actie is. Tenslotte kun je niemand dwingen om iets met de Ronde te maken te hebben.
Anderen dreigden ermee verder te gaan en ze te saboteren door punaises op de weg te gooien. Wat een heel andere kwestie is.
Wie die sabotage zou willen uitvoeren is niet bekend, wie de zogenaamde “waarschuwingsbrief” heeft verstuurd is ook niet bekend, en evenmin is bekend met welk doel de brief eigenlijk werd verstuurd: echt om te waarschuwen, of om sympathie op te wekken voor de Ronde en de tegenstanders belachelijk te maken?
Maand: maart 2012
Japans: wat is een freeter?
Freeter (フリーター, uitspraak: furītā); andere spellingen: ”furītā”, ”furiita”, ”freeta”, ”furiitaa” en ”furitaa”.
Freeter is een Japans woord voor mensen tussen 15 en 34 jaar die geen voltijdse baan hebben of werkloos zijn, met uitzondering van huisvrouwen en studenten.
Oorspronkelijk verwees de term naar jongeren die er vrijwillig voor kozen om geen salary-men te worden, zelfs al waren er op dat moment banen te krijgen.
Het was een protestbeweging tegen een aspect van de Japanse maatschappij.
Freeters kunnen ook worden beschreven als freelancers of mensen die onder hun niveau werken of niet voltijds werken. Ze beginnen geen carrière na hun onderwijs, maar blijven geld verdienen met laaggeschoold en slecht betaald werk.
Het woord ”freeter” of ”freeta” werd in 1987 of 1988 voor de eerste keer gebruikt.
Het is een mengwoord uit het Engelse ”free” (of ”freelance”) en het Duitse ”Arbeiter” (“arbeider”).
”Arubaito” is de Japanse uitspraak van “Arbeiter”. Het is een Japans leenwoord.
Doordat Duits en Engels (vooral voor wetenschappen en medicijnen) vóór Wereldoorlog II op Japanse universiteiten werd gebruikt, werd ”Arubaito” een bekend woord onder studenten om deeltijds werk voor studenten aan te duiden.
Een andere mogelijkheid is dat freeloader, ”furee-ro-da”, werd afgekort tot ”furi-da”.