Leescultuur wordt te zielig voorgesteld

Hierboven bibliotheek van Lancaster, Engeland

Hoi,


Niet voor ’t een of ’t ander, maar lezen op een snuggerfoon of tablet is óók lezen. Om maar iets te zeggen: ik heb voor een groot stuk leren lezen op autonummerplaten! (Dat beweert mijn moeder toch. Het is te lang geleden en voor mij geheel en al verzonken in de nevelen der vergetelheid.)


Echte lezers lezen alles wat ze tegenkomen, van bestelbusjeszijkanten tot confituurpotetiketten en de ingrediëntenlijst van hun favoriete müsli of instantpannenkoekenpoeder—wat zou je anders al doen aan tafel? Praten met een mondvol favoriete müsli is echt niet evident (en bij pannenkoekenpoeder wordt het bijna levensgevaarlijk).


Wat allemaal niet wegneemt dat deze echte lezer nog altijd lichtjes lyrisch kan worden van het gevoel dat je krijgt bij het omdraaien van weer een bladzijde van een stevige roman. Met angstige spanning (bij deze jongen voor het eerst bewust bij The Shining van King, meer dan dertig jaar geleden) of gewoon nieuwsgierigheid naar het vervolg—en dat werkt inderdaad net zo goed bij fictie als bij non-fictie, dus “roman” hiervoor was in de letterlijk zin een faux mot. Wie vandaag angstige spanning wil ondervinden kan nog altijd terecht bij King, maar evengoed bij een boek over biodiversiteit, de toekomst van de landbouw of de klimaatverandering. Nieuwsgierigheid werkt net zo goed bij een roman van Pullman of Neal Stephenson als bij het onvolprezen Dames voor Darwin of die dikke pil van Sapolsky.
Kortom wat tegenwoordig ook het probleem is met de boekencultuur (of uitgeverscultuur?!), met de leescultuur is er denk ik niks aan de hand—die gekke tekentjes die door de oude Feniciërs zijn uitgevonden en via de Grieken en Romeinen tot ons zijn gekomen, doen wat mij betreft nog altijd gewoon hun ding. Bril op en weg(l/w)ezen!


Bij deze wens ik jullie allemaal een leuke en vredige kerst en het allerbeste voor 2023!

Van onze gastblogger Jeroen Vanlaer, mastodon @eyckelenburgher@mastodon-belgium.be

Friesland op Mastodon

Het Twitter-alternatief Mastodon heeft enkele nadelen en enkele voordelen.

Een van de nadelen is dat het op Mastodon wat moeilijker is om mensen met dezelfde belangstelling te vinden dan op Twitter, omdat Twitter tweets in je feed zet op basis van je eigen activiteit. Je moet dus wat meer zoeken, maar dat kan met het zoekveld waarin je tags en adressen van Mastodon-leden kunt invullen. Daardoor heb je op Mastodon ook wel minder last van ongewenste berichten in je feed.

Een van de voordelen is dat Mastodon 500 karakters per bericht toelaat, in plaats van slechts 280. Dat lijkt geen groot verschil uit te maken: 500 tekens is nog altijd geen 500 woorden. Maar toch valt op dat berichten invoeren op Mastodon een stuk comfortabeler is dan op Twitter, en het verschijnsel van de “feuilleton-berichten” komt op Mastodon nauwelijks voor.

Een ander voordeel is dat Mastodon een gedentraliseerd systeem is. Dat was ook de oorspronkelijke bedoeling van internet: een gedecentraliseerd computernetwerk, zodat ondanks het uitvallen van één server de andere servers elkaar nog altijd kunnen bereiken. Twitter is echter sterk gecentraliseerd, Mastodon niet. Mastodon is zelfs zo sterk gedecentraliseerd dat iedereen die dat wenst op eigen initiatief een Mastodon-server kan opzetten. De software is immers vrij beschikbaar.

Dat hebben in Friesland enkele mensen gebruikt om een server voor Friesland te installeren. Het internetadres is https://mastodon.frl

Volgens hun eigen informatie is @mastodon.frl “voor iedereen die een warme band heeft met Friesland. De hoofdtaal is Nederlands, ook het gebruik van de Friese taal en andere regionale dialecten wordt gewaardeerd. Dus: van Friezen, voor Friezen, in de breedste zin van het woord!”