Taalmodel: behang

FOUT Het is niet belangrijk of er nu blauwe of groene bloemen op het behangpapier staan, want het is hoe dan ook spuuglelijk.
GOED Het is niet belangrijk of er nu blauwe of groene bloemen op het behang staan, want het is hoe dan ook spuuglelijk.

VERKLARING
“Behangpapier” wordt door sommige auteurs afgekeurd, maar Van Dale heeft er geen problemen mee.
We zochten met zoekmachines echter uit hoe vaak behang/behangpapier/behangselpapier op Internet voorkomen, en vonden de volgende resultaten:

  • behang
    Belgische sites: 103.000 pagina’s
    Nederlanse sites: 643.000 pagina’s
  • behangpapier
    Belgische sites: 87.600 pagina’s
    Nederlanse sites: 16.800 pagina’s
  • behangselpapier
    Belgische sites: 87.600 pagina’s
    Nederlanse sites: 16.300 pagina’s

“Behang” geniet dus duidelijk de voorkeur.

Taalmodel: maar beter

FOUT Je kunt best iets laten weten als je ter plekke bent en vooral als je later arriveert.
GOED Je kunt maar beter iets laten weten als je ter plekke bent en vooral als je later arriveert.

VERKLARING
“Het best(e)” of “maar beter”.
“Best” betekent in de standaardtaal gewoon “goed”.
Bron: ABN-gids, P. C. Paardekooper, Den Haag, Sdu, Standaard, 1996

Taalmodel: hoofdletters voor “feestdagen”

FOUT De zeventien lidstaten van de Wereldtoiletorganisatie hebben op de slotdag van de Wereldtoilettop 19 november uitgeroepen tot wereldtoiletdag.
GOED De zeventien lidstaten van de Wereldtoiletorganisatie hebben op de slotdag van de Wereldtoilettop 19 november uitgeroepen tot Wereldtoiletdag.

VERKLARING
In de categorie: is dit ernstig, of voor de lol.
Namen van “feestdagen” krijgen een hoofdletter. Werelddierendag, Wereldgezondheidsdag, Wereldtoiletdag, enz. worden beschouwd als feestdagen. De Wereldtoiletdag dient om er de aandacht op te vestigen dat iedereen een goed watercloset nodig heeft.
Ach, we hebben de laatste paar jaar al het een en ander van gekke spellingregels te horen gekregen.

bron: “Handboek Spelling”, J. De Schrijver en A. Neijt, Handboek Spelling, Wolters Plantyn, 2005

Taalmodel: faillissement

FOUT De man had na de faling van zijn bedrijf in 2004 alles laten verdwijnen, zowel de fruitoogst als de voertuigen.
GOED De man had na het faillissement van zijn bedrijf in 2004 alles laten verdwijnen, zowel de fruitoogst als de voertuigen.

VERKLARING
“Faling” betekent niet “faillissement”.
De toestand waarin personen of bedrijven verkeren wanneer ze niet in staat zijn aan hun financiële verplichtingen te voldoen, zodat er op hun vermogen beslag is gelegd, is het “faillissement”.
Ook de uitdrukkingen “in faling zijn”, “in faling stellen” en “in faling verklaren” zijn fout. Ze moeten worden vervangen, bijvoorbeeld door “failliet zijn” en “failliet verklaren”.

Het zelfstandig naamwoord “failliet” heeft alleen maar een figuurlijke betekenis:
– Het failliet van zijn beleid.
– Het failliet van de democratie.
In die betekenis is “failliet” een synoniem van “mislukking”.

“De boeken neerleggen” is een gallicisme, een letterlijke vertaling van het Franse “déposer”
Wel goed zijn Nederlands zijn:
* failliet gaan, bankroet gaan
* het faillissement aanvragen

Verschil faillissement en vereffening

Het “faillissement” leidt tot het algemene beslag op het vermogen en de inkomsten van de onderneming.
Het is altijd het gevolg van een uitspraak van de handelsrechtbank. Die rechtbank spreekt zich uit op verzoek van de onderneming zelf of van een van de schuldeisers.
Als de onderneming zelf het initiatief neemt, vraagt de raad van bestuur het faillissement aan bij de handelsrechtbank. Tegelijk met de uitspraak van het faillissement stelt de handelsrechter een curator aan. Die speelt dan in feite de rol van vereffenaar of kan alsnog proberen de onderneming te redden door ze geheel of gedeeltelijk te verkopen.
“Vereffening” is het stopzetten van de activiteiten van een onderneming. De vereffening is vrijwillig. De beslissing ligt bij de aandeelhouders. De algemene vergadering stelt een vereffenaar aan. Die verkoopt de activa en betaalt de schuldeisers. De vrijwillige vereffening kan alleen maar plaatshebben als alle schuldeisers akkoord gaan.

Recensie: De geestenjager, de laatste leerling, door Joseph Delaney

De geestenjager: De laatste leerling, door Joseph Delaney

recensent: Peter Motte

onder auspiciën van De voormalige Tijdlijn en Vertaalbureau Motte

Toen ik de eerste bladzijden van “De geestenjager: De laatste leerling” door Joseph Delaney las, dacht ik: dit komt me bekend veer.
Maar de naam van de schrijver, Joseph Delaney, zei me niets, net als de titel. Ik kon niets beters bedenken dan in het archief van “De Tijdlijn” te duiken (op gevaar af nooit meer boven te komen 🙂 ).
In het legendarische laatste dubbelnummer van het blad vond ik maar even drie (!) titels die er iets mee te maken konden hebben:

  • “De magiërsleerling” door Trudi Carnavan, maar dit tweede deel van een reeks was niet waaraan ik terugdacht,
  • “De tovenaarsleerling” door Daniel Hulet, maar dat is een stripverhaal,
  • “Witmantel” door Robert Carter, het derde deel uit zijn reeks “De taal der stenen”.
  • Dat zegt op z’n minst hoe vaak het thema van de tovenaarsleerling wordt gebruikt, en voor veellezers is dat natuurlijk lastig. Alhoewel er natuurlijk ook veelvraten zijn die graag nog eens over hetzelfde lezen.
    Het eerste deel van “De taal der stenen” kon wel eens het boek zijn dat in me wakker schoot terwijl ik “De geestenjager: De laatste leerling” aansneed. Ik meen dat het begon met een jongetje dat bij zijn ouders werd weggehaald door een tovenaar, om door hem een gepaste opleiding te krijgen.
    “De laatste leerling” gaat min of meer in dezelfde richting: een vader zoekt werk voor zijn jongste zoon, en hoopt hem te kunnen onderbrengen als leerling van een tovenaar, om precies te zijn: van een geestenjager.
    De kleine is op dat moment 13 jaar, wat ook de leeftijd is waarop in “De taal der stenen” het personage door de magiër wordt weggehaald.
    Maar verder verschillen de boeken nogal.
    Om te beginnen schreef Joseph Delaney “De geestenjager” voor kinderen vanaf een jaar of tien. “Voor wie Harry Potter ontgroeid is,” schreef The Times (een wereldberoemd Brits roddelblad). En dat klopt wel een beetje, op voorwaarde dat je vergelijkt met het eerste deel van Harry Potter – die reeks wordt immers gaandeweg volwassener.
    Stilistisch gezien is het wel een vooruitgang op die HP1. HP leidt wat aan overdreven opgewonden gedoe. “De laatste leerling” daarentegen is wat gebalder geschreven, wat de actie ten goede komt. Niet dat het een actieroman is.
    The Times vond het ook écht eng, en inderdaad zijn sommige scènes griezeliger dan je zou verwachten op grond van het eerste hoofdstuk. Het is ook bijwijlen erg spannend.
    Het telt meer dan 250 bladzijden, maar ik was er in één dag tijd doorheen. Het is dus geen zware kost. Delaney heeft enkele boeiende personages gecreëerd. Er kan niet worden beweerd dat zijn verhaal te veel leidt onder simpele goed-kwaad-tegenstellingen, en daardoor lijkt de belofte, “voor wie Harry Potter is ontgroeid”, toch wel wat in te houden. In het algemeen is het boek inderdaad van een hoger niveau dan de wat simpele zienswijze op de personages in HP.



    De geestenjager: De laatste leerling, door Joseph Delaney, 2007, Baarn, Uitgeverij De Fontein, geïllustreerd, oorspronkelijk: “The Spook’s Apprentice”, vertaling: Bies van Ede, 18 x 13 x 3 cm, 270 p’s, ISBN 978-90-261-2350-4.
    Prijs:14,95 euro