FOUT “We werden bijna geënterd door piraten, net buiten Ressina. Maar we zijn er met de schrik van afgekomen!”
GOED “We werden bijna geënterd door piraten, net buiten Ressina. Maar we zijn er met de schrik vanaf gekomen!”
VERKLARING
Dit zinnetje uit “Ciudalia”, het eerste deel van de stripreeks “De oorlog winnen”, door Genêt en Jaworski, leek me een gelegenheid om het even te hebben over een lastige spellingkwestie.
Zowel “ervanaf komen” als “eraf komen” zijn juist.
Dus: “Jan is er weer gemakkelijk vanaf gekomen” en “Jan is er weer gemakkelijk af gekomen”. Hiermee wordt bedoeld dat Jan geluk heeft gehad: het is hem niet moeilijk gemaakt.
Je kunt spreken van er gemakkelijk (of: bekaaid, beroerd, genadig, goed, goedkoop, heelhuids, met lichte verwondingen, minder goed, niet slecht, zonder veel schade, zonder kleerscheuren) af komen. Maar het is ook juist om van in te voegen: er gemakkelijk (bekaaid, enz.) vanaf komen; dat lijkt tegenwoordig zelfs het gebruikelijkst te zijn.
“Ervanaf” en “eraf” staan los van komen. Het is bijvoorbeeld ook “van de trap af komen”, “van iemand af komen” en “van zijn luie reet af komen”.
In een zin als “Ik wil dat die verslagen binnenkort afkomen” is “afkomen” wél één woord.
Overigens vermeldt Van Dale (2005) bijvoorbeeld “er gemakkelijk (van) afkomen”, “van de trap afkomen” en “van iemand afkomen”.
Over deze kwestie — hoort het voorzetsel (zoals “af”) bij het werkwoord of niet? — wordt verschillend gedacht.
Wat ons betreft wordt “af” los geschreven van het erop volgende werkwoord als er sprake is van een verwijdering, ook al is die figuurlijk.
Bron: “Onze Taal”