De kunst van Morris, Stéphane Beaujean & Jean-Pierre Mercier & Gaétan Akyüz & Vladimir Lecointre
bespreking: Peter Motte
Een prachtig cadeauboek voor anderen of voor jezelf om op een prettige manier met Lucky Luke kennis te maken of hem opnieuw te ontmoeten. Het toont weinig gezien materiaal over de beginperiode, en behandelt alle aspecten van de groei van de cowboy.
Bijna de helft van de kinderen heeft zich wel eens geamuseerd met Lucky Luke. En de andere helft ook, en dat al meer dan 70 jaar. Lucky Luke en zijn bedenker-tekenaar Morris verdienen dus een boek, en dat werd “De kunst van Morris”.
Sommigen beweren dat er niets nieuws in staat. Anderen zeggen dat Lucky Luke oude meuk is. Maar dat doet niet ter zake: niet iedereen weet het allemaal al, en bovendien worden al die gegevens nu overzichtelijk verzameld en mooi geïllustreerd aangeboden. Daarmee wordt de kennis over die geschiedenis uit de gespecialiseerde en moeilijke verkrijgbare tijdschriften gerukt, en buiten de kring van enkele specialisten aan iedereen aangeboden. En, nee, het is niet academisch. Maar mogen we er soms geen lol aan hebben?
En dat hebben we dus wel: op het eerste gezicht is “De kunst van Morris” een kijkboek, maar een kunstvorm die verhalen en beelden mengt, moet beschreven worden met meer dan lettertjes.
De foto’s tonen vooral de beginperiode, de tekeningen doorlopen het hele oeuvre. Door de uitvergrotingen zien we elke pennentrek van Morris. Wie zien hoe hij met enkele eenvoudige lijnen een hele scène neerzet. Veel had Morris niet nodig. Het uitvergrote vakje op pagina 152-153 uit 1955 is erg plat, maar zit vol beweging. Morris had een gave om beweging en rust, kalmte en dreiging, met elkaar af te wisselen. En dat ritme droeg veel bij aan de humor.
De auteurs van “De kunst van Morris” behandelen verwachte en onverwachte vragen. Waarom een cowboy? Waarom verhalen van 44 pagina’s? Waarom de pagina-indeling? Waarom de achtergronden? Waarom vertrok Morris bij Dupuis?
Al die vragen worden beantwoord, maar de onverwachte kwesties zijn even boeiend. Morris maakte speelgoedjes op basis van Lucky Luke, waarbij hij misschien zat te dromen over merchandising. Hij werd beïnvloed door film, maar had er ook zelf invloed op, zoals blijkt uit het werk van Terence Hill. Morris bedacht de term “de negende kunst” voor een artikelreeks in het weekblad Spirou/Robbedoes, en staat daardoor aan de basis van de geschiedschrijving van de strip. Als karikaturist stopte hij allerlei mensen in zijn verhalen, maar hij werkte ook als cartoonist voor tijdschriften. En dat Lucky Luke op het einde van zijn avonturen een liedje zingt, is ontstaan uit een stukje cultuur waar we niets meer van weten.
De beginjaren van Morris hebben een dubbele betekenis. Het is niet alleen de geschiedenis van Morris en Lucky Luke, maar ook van de wortels van het Belgische stripverhaal. Er waren geen Blake & Mortimer of smurfen, of experimentele tekenaars zoals Andreas en Moebius. Morris en zijn tijdgenoten moesten nog alles zelf uitvinden, zelfs al bood de Amerikaanse strip een steunpunt. De soms bizarre gevolgen daarvan waren een reis naar de Verenigde Staten, samen met enkele andere grote namen uit de Belgische strip, en verwikkelingen met het Amerikaanse humoristische blad MAD. Morris’ keuzes bepaalden uiteindelijk hoe strips er nu uitzien.
Waarom Lucky Luke niet meer rookt? Censuur? Censuur in strips is een slechte herinnering. Het bestond in veel vormen. Ook Morris had met alle aspecten ervaring. Sommige van die vormen waren onvermijdelijk: strips werden aanvankelijk alleen voor kinderen gemaakt. Er zaten ook onprettige kanten aan vast, maar het was niet altijd zo erg als het lijkt. Uitgever Charles Dupuis had iets tegen boksen, en wou er geen verhalen over in zijn Spirou/Robbedoes, maar niettemin publiceerden zowel Franquin het verhaal “Robbedoes, bokser” als Morris “Harde knoesten” in het weekblad.
Met “De Kunst van Morris” zullen veel lezers bekende schatten met een opgefriste glans zien, zoals een oud schilderij waarvan de eeuwenoude vuillaag is verwijderd. En voor wie Lucky Luke nog niet kent, zal het boek een onverwachte schatkamer tonen.
De kunst van Morris, Stéphane Beaujean & Jean-Pierre Mercier & Gaétan Akyüz & Vladimir Lecointre, 2016, Lucky Comics & Dargaud, gebaseerd op “L’art de Morris”, met tijdlijn van Morris’ leven, lijst van gepubliceerde strips van Morris, bibliografie met geraadpleegde werken, en index, gebonden met omslag, in kleur geïllustreerd, 312 p’s, 30x28x3 cm,
ISBN 9782884714266, 45 euro
vrijdag 25 – zaterdag 26 november 2016
Vertaalbureau Motte bedankt Ballon Media – Dargaud voor de kans om mee te werken aan hun strips.