Taalmodel: het voorzetsel ‘aan’ (5)

FOUT Dat boek staat op een te hoog rek. Ik kan er nooit aan.
GOED Dat boek staat op een te hoog rek. Ik kan er nooit bij.

VERKLARING
De uitdrukking “er niet aan kunnen” moet zijn “er niet bij kunnen” of “het niet kunnen bereiken”.