Vertalen: een inleiding, deel 7

7 Geen los zand, maar structuur

In het vertaalproces is het creëren van een coherente structuur essentieel. Tekstverbanden fungeren als de lijm die de woorden en zinnen samenbindt, waardoor een goed vertaalde tekst ontstaat die de boodschap nauwkeurig overbrengt. Laten we deze tekstverbanden verkennen in het licht van verschillende aspecten van vertaling.

7a Collocaties

Collocaties, ofwel vaste verbindingen van woorden, vormen de basis van een natuurlijke taaluiting. Bij vertaling is het van cruciaal belang om niet alleen individuele woorden te begrijpen, maar ook hoe ze samen een betekenis vormen. Het herkennen en behouden van collocaties in vertalingen draagt bij aan de vloeiendheid en authenticiteit van de tekst.

7b Woordschikking en focus

De positie van woorden in een zin beïnvloedt de nadruk en betekenis. Vertalers moeten rekening houden met woordschikking om de originele focus en intentie van de auteur te behouden. Door de juiste woordschikking te kiezen, wordt de boodschap helder overgebracht zonder verlies van betekenis of nuance.

7c Taalkundige constructies

Elke taal heeft zijn eigen unieke grammaticale structuren en conventies. Vertalers moeten deze constructies begrijpen en kunnen omzetten naar equivalenten in de doeltaal. Door de juiste taalkundige constructies te gebruiken, behoudt de vertaalde tekst de gewenste toon en stijl van het origineel.

7d Zinsdelen en hun samenhang

Zinnen zijn opgebouwd uit verschillende delen die samen een geheel vormen. Het behouden van de samenhang tussen deze zinsdelen is cruciaal voor een vloeiende en begrijpelijke vertaling. Vertalers moeten letten op de relaties tussen zinsdelen en ervoor zorgen dat deze coherent blijven in de vertaalde tekst.

7e Zinnen en hun samenhang

Naast de samenhang tussen zinsdelen is ook de algehele samenhang tussen zinnen belangrijk. Vertalers moeten de logische verbanden tussen zinnen behouden om de tekst vloeiend en begrijpelijk te maken voor de lezer. Door consistentie te waarborgen in de overgangen tussen zinnen, wordt de tekst gestructureerd en gemakkelijk te volgen. In een goede vertaling is geen sprake van los zand, maar van een stevige structuur waarin tekstverbanden zorgvuldig worden gewogen en toegepast. Door aandacht te besteden aan collocaties, woordschikking, taalkundige constructies, zinsdelen en hun samenhang, en zinnen en hun samenhang, kunnen vertalers de essentie van de oorspronkelijke tekst behouden terwijl ze deze aanpassen aan een nieuwe taalomgeving.

James Webb ST gefocust

Op 11 februari 2022 meldden we al dat de James Webb Space Telescope “first light” had bereikt, maar pas sinds vandaag zijn al de deelspiegels van de telescoop ook perfect uitgelijnd en gefocust.

Dus eigenlijk is het pas vandaag dat hij echt “first light” heeft.

Toch zou er nog een hoop werk zijn voor hij ten volle kan worden gebruikt, zelfs al zijn de resultaten al erg goed.

Momenteel is nog enkel “diffraction limited alignment” van de telescoop bereikt. De beelden zijn zo precies samen gefocust als volgens de natuurwetten mogelijk is. Daarvoor werden de 18 deelspiegels met behulp van motortjes tot op minder dan de breedte van een haartje gericht.

De James Webb ST wordt wel eens de opvolger van de Hubble ST genoemd, maar dat geeft een verkeerd beeld. De telescopen bekijken immers niet dezelfde golflengten. De afbeelding hierboven toont dat de Hubble ST van ultraviolet tot nabij infrarood keek, terwijl de James Webb ST van het nabije tot het midden-infrarood kijkt. Beide telescopen zien eigenlijk even scherp, maar in golflengten die voor elkaar onzichtbaar zijn.

Het uitlijnen gebeurt met het hoofdcamerasysteem, genaamd NIRCam. Nu moet worden uitgezocht of dat ook werkt voor de drie andere instrumentpakketten van de telescoop. Het is mogelijk dat er nog kleine wijzigingen, en zelfs wat compromissen, nodig zijn t.o.v. de huidige configuratie. Belangrijke aanpassingen worden echter niet verwacht.

Dat is hoe dan ook een succes, want toen de Hubble was gelanceerd, waren de resultaten aanvankelijk teleurstellend. Er was een extra vlucht van een ruimtependel nodig om de Hubble van een lens te voorzien om het beeld goed in focus te krijgen. Gelukkig werkte de telescoop daardoor optimaal, en ontwikkelde hij een lange en succesvolle geschiedenis.

Als testster werd 2MASS J17554042+6551277, gebruikt, die onlangs de lange naam een tamelijk anonieme doorsneester is. De puntenstructuur van de ster is het resultaat van het ontwerp van de primaire spiegel, en het was ook verwacht.

De vorm van de 18 hexagonen levert een zwak diffractiepatroon op, waardoor heldere sterren er als puntige sneeuwvlokken uitzien. Voor de wetenschappelijke toepassingen is dat geen probleem, maar het levert wel opvallende beelden op.

De eerste foto levert trouwens niet alleen de ijkster en enkele andere sterren op, maar ook ovalen vlekjes die verafgelegen sterrenstelsels zijn, misschien wel miljarden lichtjaren ver.