Taalmodel: erop, eraan, erin… en andere combinaties met een voorzetsel

FOUT Siska at vroeger graag confituur met een beetje schimmel op.
GOED Siska at vroeger graag confituur met een beetje schimmel erop.

VERKLARING
Net zo: een muntstuk met de koning erop, koffie met suiker erin.
Met kledingstukken werkt het anders: een meisje met een blauw jurkje aan.
Meer uitleg

Plaats een reactie